— PERSBERICHT —
HORECAONDERNEMERS EN WINKELIERS MOETEN (DEELS) VRIJGESTELD WORDEN
VAN HET BETALEN VAN ONROERENDE ZAAKBELASTING VOOR 2021
Door de coronamaatregelen van de overheid is het waarschijnlijk dat de WOZ-waarde voor
2021 te hoog is vastgesteld of dat zelfs de gehele aanslag aan horecaondernemers en
winkeliers onterecht door gemeenten is opgelegd. Hierdoor betalen deze ondernemers
honderden en in sommige gevallen zelfs duizenden euro’s te veel aan onroerende
zaakbelasting indien zij niet tijdig bezwaar aantekenen.
Het coronavirus kan namelijk een negatieve invloed hebben op de WOZ-waarde van
horeca- en winkelpanden waardoor de aanslag onterecht en onjuist is opgelegd. Doordat de
panden op de toestandsdatum van 1 januari 2021 op last van de overheid verplicht gesloten
waren is het volgens diverse deskundigen en juristen goed verdedigbaar dat er dit jaar door
gemeenten ten onrechte een beschikking aan gebruikers is opgelegd inzake de onroerende
zaakbelasting. Door overheidsmaatregelen is het namelijk niet mogelijk om gebruik te
maken van o.a. winkels en horecagelegenheden.
Daarnaast zijn de WOZ-waarden van de panden in 2020 en 2021 waarschijnlijk eveneens
gedaald omdat een deel van de huur, mede op last van diverse rechtbanken, door
pandeigenaren deels is kwijtgescholden doordat o.a. de winkels en horecagelegenheden
verplicht niet gebruikt mogen worden. Een lagere huur op 1 januari 2021 in combinatie met
de aanwezige onzekerheid over wanneer en onder welke condities de zaken weer open
gaan heeft volgens deskundigen een negatieve invloed op de WOZ-waarde van 2021. Met
deze negatieve invloeden is door gemeenten echter geen rekening gehouden bij het
bepalen van de WOZ-waarde voor 2021 waardoor deze meestal (veel) te hoog is
vastgesteld.
Deskundigen zijn uiteraard op de hoogte van het feit dat de waardepeildatum voor het
bepalen van de WOZ-waarde voor 2021 1 januari 2020 is, maar zijn desalniettemin van
mening dat er op de toestandsdatum van 01-01-2021 sprake is van een bijzondere en
specifieke situatie. Deze bijzondere en specifieke situatie veroorzaakt dat de WOZ-waarde
voor o.a. horecagelegenheden en winkels wel degelijk te hoog kan zijn vastgesteld en de
onroerende zaakbelasting voor het gebruikersdeel zelfs helemaal niet geheven had mogen
worden. De mening van onze deskundigen wordt mede ondersteund door een uitspraak van
de Hoge Raad inzake de waardering van de WOZ-waarde in relatie tot de aardbevingen in
Groningen waarvan de problemen zich met name op 16-08-2012 ernstig manifesteerden.
De Hoge Raad concludeerde in deze zaak dat er op de toestandsdatum van 01-01-2013
sprake was van een bijzondere en specifieke situatie waardoor de WOZ-waarden voor 2013
in het aardbevingsgebied aangepast dienden te worden. Dit ondanks een waardepeildatum
voor de WOZ-waarde 2013 van 01-01-2012.
Meer informatie op www.bezwaarwozwaarde.nl